Wortels en vleugels

18 maart 2009 | Door |

Een boekje dat ik beetje bij beetje aan het doorlezen ben, is The Compassionate Brain: A Revolutionary Guide to Developing Your Intelligence to Its Full Potential van Gerald Hüther. Hüther is een Duitse neurobioloog die onderzoek leidt aan een psychiatrische kliniek. In zijn boekje beschrijft hij onder andere beknopt hoe onze hersenen werken en hoe ze zich (kunnen) ontwikkelen.

Als jonge vader las ik gefascineerd een passage over de ontwikkeling van hersenen bij jonge kinderen. Hüther schetst een mooi beeld dat me raakte (en me overigens inspireerde bij het schrijven van een ander bericht, ‘Een zwever’):

De ontwikkeling van jonge hersenen is gebaat bij een veilige, duidelijke relatie tussen kind en moeder. En vervolgens bij relaties met mensen in de omgeving van de moeder, zoals een partner, familie, buren, een (dorps)gemeenschap. Op basis van de ervaringen van het kind in deze relaties ontwikkelt een kind wortels, die zorgen voor stevigheid en voldoende zelfvertrouwen in latere levensjaren. Maar, zo stelt Hüther, onze huidige samenleving biedt onze kinderen uitdagingen die ongekend zijn ten opzichte van voorbije millennia. En daarom heeft een kind niet alleen wortels nodig, maar ook vleugels: het vermogen om zich los te maken van de naaste kring van dierbaren en vruchtbare verbindingen aan te gaan met anderen. Empathie, het vermogen zich in te leven in een ander, vervult hierbij een sleutelrol.

Wortels én vleugels, mooi hoor.

Ik moet denken aan hoe het model van Geweldloze Communicatie van Marshall Rosenerg spreekt van behoeften en verzoeken; ‘behoeften’ zijn onze bronnen van leven hier en nu, dat wat we nodig hebben. Onze wortels, zeg maar. En ‘verzoeken’ zijn suggesties om behoeften in samenhang te vervullen. Op een creatieve manier verbinden ze de behoeften die leven. In jou en mij. Onze vleugels die ons helpen te vliegen…

Gecategoriseerd in :,

Commententaren zijn gesloten.