Jonkje, loop weg
13 november 2009 | |Het gebeurt me de laatste tijd steeds vaker: ik lees iets of ik zie iets en krak… mijn hart breekt. Ken je dat?
Afgelopen weekend las ik in De Volkskrant (d.d. 7/11/2009) een artikel van Ad van Liempt over hoe licht verzet in het dorp Marum tijdens de Tweede Wereldoorlog met represailles werd beantwoord. Kortweg: een Duitse patrouille ondervond hinder van een boom die over de weg was gelegd. Zestien mannen werden vervolgens gearresteerd. Een zoon van één van hen vertelt: ‘Mijn vader stond daar met de handen omhoog, en zei tegen mij: “Jonkje, loop weg.” Ik wilde dat niet, ik vond het veel te spannend, gevangen genomen worden. Maar mijn vader kon heel streng zijn. Hij zei nog en keer: “Jonkje loop weg”, en toen ben ik weggelopen, samen met mijn broer Marten, naar de buren.’
Het hele beeld dat deze paar woorden bij me oproepen, raakt me – van een vader in een kwetsbare, machteloze positie, teder en dwingend, angstig machteloos en bezorgd. De handen omhoog, geen vin te verroeren en toch uit alle macht zijn zoon willen beschermen. Van een jongetje dat zich aangetrokken voelt door het avontuur, maar toch gehoorzaamt. Hij kent zijn vaders strengheid, maar wordt misschien ook geraakt door de toon van diens stem, de blik in zijn ogen en de spanning rond de situatie.
De ontroering raakt mijn hart.
Een zoete pijn, die ik associeer met leven.
Commententaren zijn gesloten.