Niet weten

12 maart 2009 | Door |

Vijftien jaar geleden deed ik mee aan een intensieve Aikido-trainingsweek in België. Ik was nog maar pas begonnen met het beoefenen van Aikido. De leraren waren Ueshiba Moriteru (kleinzoon van de grondlegger van de bewegingskunst), Sugano Seiichi en Osawa Hayato. Osawa had de gewoonte om, nadat hij iets had voorgedaan en uitgelegd, zijn aanwijzigingen af te ronden met gemompel dat ik verstond als “I don’t know…”

Dit verbaasde en intrigeerde me – de man had net iets fenomenaals laten zien, een punt verduidelijkt op een niet mis te verstane manier. Waarom of waaraan twijfelde hij? Was het oprechte bescheidenheid, een andere manier om te zeggen: “Dit is hoe ik het zie, probeert u er eens kaas van te maken.”

Naarmate ik zelf langer aikido beoefende, begreep ik ook iets meer van de Japanse taal. Ik leerde dat deze en andere leraren hun uitleg afsloten met een uitnodiging om met het aangereikte aan de slag te gaan. Ze zeiden niet dat ze het (ook) niet wisten, maar: “Hai, dozo!”, oftewel “Alstublieft, ga uw gang!”

Jaren later hoorde ik opnieuw een leraar “I don’t know” zeggen. Aanvankelijk besteedde ik er niet zoveel aandacht aan, want ik hoorde het echt duidelijk. De leraar sprak in het Engels en zelfs in vertalingen van zijn lezingen stond het zwart op wit: Ik weet het niet. Pas na een tijdje begon me te dagen dat dit geen loze woorden zijn, geen valse bescheidenheid.

Voor de duidelijkheid: De persoon over wie ik schrijf is de 14e Dalai Lama. Als zijn antwoorden beginnen met “Ik weet het niet” volgt meestal een uiteenzetting die klinkt als een klok. Voor mij illustreert “ik weet het niet” inmiddels een methode om te komen tot een waar-achtig antwoord op vragen die ik mezelf stel. Zoeken naar een antwoord begint met vast te stellen dat je ‘het niet weet’. Je maakt je klaar voor een verkenning, in plaats van platgetreden paden te betreden. Want die valkuil doemt nogal eens op als we een vraag horen: voordat we de behoefte achter de vraag helder hebben, reageren we vooral of in ieder geval ten dele op onze interpretatie van de behoefte van de ander. En we vertellen nog een keer wat we al weten, hetzelfde liedje. Oude antwoorden op nieuwe vragen.

Een tijd heeft er in onze woonkamer een papiertje gehangen met de woorden ‘WEET JE HET ZEKER?’ Het idee kwam geloof ik van een andere boeddhistische mastodont, de Vietnamees Thich Nhat Hanh. Het papiertje hing op een plek waar ik vaak even de blik op richtte: boven de thermostaat die in die tijd ook als klok diende. Voor mij werkte het briefje als een ‘aandachtsmeditatie-bel’; ben ik bezig op de automatische piloot? Verhard ik op basis van opgewarmde kennis uit het verleden? Ervaar ik contact met wat hier en nu bij mij of een ander leeft?

Het is een aanrader: als iemand je iets vraagt, pauzeer dan even, adem even in en uit. En zeg eens, voordat je antwoord geeft, hardop of bij jezelf: “Ik weet het niet zeker.”

Tags :

Gecategoriseerd in :,

Commententaren zijn gesloten.